- levendig
- {{levendig}}{{/term}}1 [druk] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 animé; 〈bijwoord〉 avec animation2 [vol leven; fris] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 vif/vive; 〈bijwoord〉 avec vivacité3 [duidelijk] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 net/nette; 〈bijwoord〉 nettement♦voorbeelden:1 een levendig gesprek • une conversation animéelevendige ogen • yeux pétillantslevendiger worden • s'animer2 een levendige kleur • une couleur vivelevendig van aard zijn • être très vivant par nature3 ik kan mij die dag nog levendig herinneren • j'ai encore un souvenir très net de cette journéedat kan ik mij levendig voorstellen • je n'ai aucune peine à me l'imaginer
Deens-Russisch woordenboek. 2015.